Gedichten-usg

Paul van Ostaijen- Music Hall 2

Nu rinkelt schel
De elektrieke bel
En scheurt de vrede van den avond
Tot één rinkelende wond
Van bange blijheid.

De mensen die voorbijgaan voelen
Hoe, als 'n klamme, koele
Drop, de tingeltangeltinteling
Op hun ziel zinkt,
Gelijk een regendrop op 't zinkevlak
Van een platdak.

De mensen aarzelen, kijken
Even de neger aan
Die op en neer moet gaan,
Programma's reiken.

Over de mensen deint
'n Zee van onzekerheid,
En d'elektrieke globe schijnt
Als 'n lichtbaken van blijheid.

Schril gillen de sirenen:
Daar is er lachen, daar is er wenen,>
Schril gillen de sirenen.

Onzeker gaan de mensen
Ter Music-Hall;
Onzeker staan de mensen
In de zwarte zaal.

Maak jouw eigen website met JouwWeb