Lucebert- verdediging van de 50-ers
Kameraden, in onze conjecturale taal geschreven
Zijn onze verzen vaak te zwaar met ervaring geladen
Wij waren van Europa de Chinezen
Was Holland een roze perzikentuin
Onze poëzie zou dan eenvoudig zijn
Zou zijn een kopje thee met rozenbladen.
Maar in Holland staat een huis: daar wonen
Vrezen voor luizen, lade lichters en voor sowjetraden
Daar wonen struise dochters en stoere zonen
Die met een kale god in’t trapportaal
In swing en sweet te niet, cellen en daarna zaden.
De Hollandse cultuur is vol van helen.
Het leven in commissie niet alleen een zede, ook genade
De eigen zaken eigen zielen zijn bordelen
Zodat de vreugde met een vreemde vrouw in bed
Des anderen daags in kuise verzen omgezet
Niet ruisen als het zaad, maar kraken als kostschoolse gewaden.
Gij letterdames en gij letterheren
Gij die in herenhuizen diep uit te pluizen daden
Ik zeg Dada van genot en ontberen
Wanneer gij Blake, Rimbaud of Baudelair leest
Hoort, door onze verzen jaagt hun heilige geest
De blote kont te kussen onder sonnetten en balladen.
Gij, gij zijt door het hoge hoog verheven
En dompelt uw geest met zeven luiers in de zweetbaden
In het Purgatoir van nog maar net beschreven schandeleven
Lijden uw handen ook aan’t bijten in de nacht
En uw billen aan de stoepstenen in de kille nacht
Snoepen uw lippen giftige bessen uit groene dagboekbladen?
Want door de groene dagboekbladen vreten zich uit nightbarmeisjes artistieke maden,
Zieke gebaren.
Slappe spermatozoïden van uw priesters en profeten
Gij geniet van deze parasieten het meest
Gij en uw gestileerde neten op het Beest
Het nightbarmeisjesbeest en juist tussen de krullende venusharen.
Dit is maar een gedeelte van het hele gedicht. Om het hele gedicht te lezen klik hier
Maak jouw eigen website met JouwWeb